Uitleg paro-protocol

Parodontaal Diagnostiek- en Behandelprotocol

In de tandartspraktijk manifesteren parodontale aandoeningen zich zelden als acute ziekten, zoals NUG en NUP. Meestal gaat het om een chronisch proces dat in de loop der tijd progressief kan worden. Om deze progressie te kunnen volgen, is het noodzakelijk om periodiek het parodontale weefsel te screenen met behulp van een parameter (een ‘index’) waarmee waarnemingen in de tijd kunnen worden vergeleken. De Dutch Periodontal Screening Index (DPSI) is een waardevol instrument hiervoor.

Bij elke periodieke controle legt de tandarts de parodontale situatie van de patiënt vast met behulp van deze methode. Deze routinehandeling stelt de tandarts in staat om te beoordelen of een patiënt al dan niet aan parodontitis lijdt. De DPSI-index vormt daarom de basis voor het hieronder beschreven protocol voor parodontale diagnostiek en behandeling.